Vandaag mag ik als Deken van de Surinaamse Orde van Advocaten wederom het woord voeren bij de toelating van nieuwe collega’s en heb ik de eer en het genoegen u namens alle leden van de Orde van harte welkom te heten tot dit bijzonder beroep. Tevens heb ik vandaag het genoegen een collega toe te spreken die haar toga weer uit de linnenkast heeft gehaald, misschien een stoombeurt heeft gegeven, en vanaf vandaag wederom die toga mag aantrekken. Aan u zeg ik: “welkom terug”.
Ik wil even stil blijven staan bij onze toga. Het mogen dragen van deze toga is een tweesnijdend zwaard. Aan de ene kant is de toga de bekroning op jarenlang leren en werken. Het markeert het sluitstuk van een traject dat bij de meeste ons met de spreekwoordelijke bloed, zweet en tranen is verlopen. In díe zin is de toga bijna een prijs: put in the work and this what you get. De toga verleent een zeker aanzien aan de drager. Of zoals het Hof ons onlangs herinnerde: de toga heeft tot doel om de waardigheid van het ambt op de zittingen te doen uitstralen.
En dat geeft dan ook meteen de andere kant aan:
Met het dragen van de toga komt niet alleen aanzien, waardigheid en misschien zelfs privileges, maar ook verwachtingen en verplichtingen. In die zin is de toga als een merk. Een merk, is immers een teken waarmee een producent zich met zijn producten onderscheidt van al die andere verschillende goederen die op de markt te krijg zijn. Het is het symbool waaraan de diensten van de ene dienstverlener te onderscheiden zijn van die van de ander. Een merk veronderstelt een zekere kwaliteit, heeft een zeker imago. Als we denken aan die wereldbekende merken zoals Coca Cola of Nike of BMW dan hebben wij daar allemaal een zekere gedachte bij, een bepaalde verwachting van.
Net zo heeft de samenleving een bepaalde verwachting bij de toga. De client – en ook de samenleving – ziet eerder de toga dan diens drager. Iemand in een toga is voor de samenleving niet als alle andere mensen. Togadragers zijn voor de samenleving anders dan anderen, of wij dat nu terecht vinden of niet. Zoals wij van een auto met het merk BMW of Mercedes een bepaalde kwaliteit en performance verwachten, zo ziet de samenleving onze toga en veronderstelt bij de persoon in die toga kennis, deskundigheid en integriteit. De samenleving – en de client – rekent erop dat een togadrager kwaliteit levert in diens werk en verwacht van degene in toga een bepaald gedrag.
Met het aantrekken van deze toga neemt u nu ook al die verwachtingen op u en neemt u vanaf nu alle verplichtingen op u die rusten op het advocaat zijn: verplichtingen qua gedrag, vakbekwaamheid, bereikbaarheid, inzet en stiptheid.
Sommige van deze zijn meetbare maatstaven, met meetmomenten, tijdstippen waarop bijvoorbeeld verplicht documentatie afgeleverd moet worden of de aanwezigheid in persoon vereist is. Maar er zijn ook minder af te bakenen verplichtingen, zoals integriteit, medeleven, flexibiliteit, analytisch vermogen en een zorgzame houding in de richting van rechtzoekenden aan weerszijden van een geschil. Of de verplichting tot een bijdrage aan de kennisontwikkeling, of aan verschillende maatschappelijke discussie- en geschilpunten.
Wij bewegen ons daarnaast voort in een keten van menselijk handelen, vanuit medewerkers van de griffie, het parket, andere advocatenkantoren, klerken, deurwaarders, griffiers en andere advocaten. Een omgeving die voor ons gesneden koek is, maar voor de rest van de samenleving totaal vreemd. Wij zijn voor de rechtzoekende niet alleen de gids en de tolk van een wereld die hen vreemd is, we zijn vaak ook het aanspreekpunt en de vormgever van hun percepties.
Een diep gevoel van onrechtvaardigheid, kan op de subjectieve rechtspositie gebaseerd zijn, maar evengoed ook op onbegrip dat het met uitgerekend hun persoon zo ver heeft kunnen komen. Een veeleisende, veel schrijvende en veel bellende cliënt kan, compleet met diens verwachtingspatroon, een plaaggeest voor alle andere actoren worden. Men vereenzelvigt in zulke gevallen, terecht of onterecht, de togadrager daarnaast, met het karakter van degene die zich tot het stelsel wendt, op zoek naar geschilbeslechting.
Om terug te komen op het meetbare en het minder goed meetbare: in beide categorieën bestaat een leidraad, om vorm te geven aan de advocaat die u zich inbeeldt morgen te zullen zijn.
Integriteit is misschien niet in directe cijfers uit te drukken, maar de schending daarvan, is terug te vinden in de tuchtrechtspraak en helaas, de civiele rechtspraak, die zich ontwikkeld heeft in recente jaren, voor de beroepsgroep van de advocaat, zowel in Suriname als in andere landen met dezelfde taal. Plan de tijd in, daar diepgaand mee bezig te zijn en de waarschuwing erin te herkennen.
Partijdigheid en partijbelang hebben een plaats in processtukken, een plaats in een pleidooi en een plaats in motivatie. Zij hebben echter geen plaats in waarheidsvinding en in de authenticiteit van documentatie. Soms zijn feiten en bewijzen, aan de zijde van het gelijk van wat de cliënt jou voorhoudt. Soms niet. De advocaat kan daar geen kunstenaar of digitaal vormgever in zijn. De advocaat kan adviseren over selectie, presentatie en een processtrategie.
Op de meetbare onderdelen, kan ik u zonder meer wijzen. Wij zullen stipt moeten zijn, ook wanneer stiptheid vanuit de andere zijde niet gegarandeerd kan worden. Wij zullen op tijd moeten zijn, ook bij onverhoopt uitloop. Wij zullen terug moeten bellen, ook wanneer onze telefoontjes onbeantwoord blijven. Wij zullen tijdig moeten betalen, doorbetalen, blijven betalen, ook wanneer gefinancierde rechtshulp soms lijkt op ‘door de advocaat gefinancierde tijd’. Hou daarom uw kosten beheersbaar en conservatief. Wij dienen ons te houden aan de afspraken gemaakt met de client, en dan vooral, maar natuurlijk niet uitsluitend de financiële afspraken. Van hieruit gelijk de oproep aan u maar ook aan de ervaren collega’s die afspraken altijd vast te leggen in een opdrachtbevestiging, ook wanneer de zaak haast heeft en ook wanneer de client uw neef is (of misschien zelfs juist wanneer het uw neef is.)
Voor vandaag mag u echter genieten van het moment. Blij zijn met deze bekroning op uw inzet. Namens de totale Orde feliciteer ik u met deze mijlpaal en heet ik u nogmaals van harte welkom. Wij danken wederom voor de gastvrijheid van het Hof van Justitie en de bereidheid van het Openbaar Ministerie, de toelatingen van vandaag mogelijk te maken. Ook aan de aanwezigen, dank voor uw aandacht.